Historie

Historisch overzicht:

Van ons gilde, dat in zijn naam de beide grote patroonheiligen van de schuttersgilden tesamen vermeldt en waarschijnlijk door een fusie is ontstaan, is voorlopig de geschiedenis nog moeilijk te achterhalen. Alle oude parpieren ontbreken en zijn in de tweede helft van de negentiende eeuw vermoedelijk bij een brand in het toenmalige gildehuis (café Kerkzicht?) verloren gegaan. Gelukkig is het gildezilver bewaard gebleven en dat vormt voorlopig de enige bron voor een kort historisch overzicht. Enschot behoort thans tot de gemeente Berkel-Enschot. Op 31 december 1214 schonk hertog Hendrik I van Brabant een gedeelte van de tiende van Berkel aan de “kapel van de H. Maria en de H. Willibrordus” aldaar 1). Enschot komt in de oorkonden reeds eerder voor. In 1164 werd de kerk van “Endeschit” (= einde van de grensscheiding tussen het oude West- en Oost-Tilburg) noemd als bezit de abdij Tongerlo 2). Als “kapel van Enschot” wordt ze genoemd in 1485-1486 als behorende tot de parochie van Oisterwijk 3). Naast Enschot komt op de schilden uit de achtiende en negentiende eeuw ook telkens de naam Heukelom naar voor. De heren Arnold en Gerard van Huclem komen in een oorkonde van 1192 voor 4). Het archief van de gemeente Berkel-Enschot bevat een akte waarin de rentmeester van ’s-Hertogenbosch namens de hertog in 1327 een “gemeynte” verkoopt aan de “gebueren van Heuckelum”. De verkoop is nog bevestigd door de aartshertogen Albertus en Isabella in 1606 5). Hier begint de geschiedenis van het oudste gilde, dat van Sint Joris. De tachtigjarige oorlog (1568-1648) was zo langdurend en uitputtend, dat het verlangen naar enige vrede uitmondde in een Twaalfjarig bestand (1609-1621). In deze periode vertoonde de handel in de Zuidelijke Nederlanden een zekere opleving. Ook bij talrijke Brabantse schuttersgilden is dan een bepaalde opbloei waar te nemen. De samenstellers van de catalogus “Vijfhonderd jaar Noordbrabantse Schuttersgiiden** (Eindhoven 1977-1978) hebben in hun inleiding ook deze periode het eerste kwart van de zeventiende eeuw, uitvoerig behandeld en daarbij ook met name zowel de patroonsplaat als de vogel van Enschot aan deze jaren toegeschreven 6). De oude patroonsplaat Is schotelvormig, met een diameter van 66-millimeter, met een fijne kabelrand, een krans van laurierbladeren en op het verhoogde schoteltje een gegraveerde afbeelding van St. Joris en de draak op een barokvormlg schild. Met meer dan een tiental andere schoteltjes wordt ook het Enschotse exemplaar toegeschreven aan de jaren 1606-1628 7). Hetzelfde geldt voor de prachtige vogel op de getorste tak, die aan weerszijden Is afgesneden. Zijn ogen, gevormd door een paar concentrische cirkeltjes, zijn vergulde halsband met twee rijen horizontale strepen waartussen korte vertikale streepjes staan, de plaats van de ringetjes, waarmee hij aan de keten hangt en het kroontje met de opstaande Franse lelies, als deze elementen komen overeen met vogels die vervaardigd zijn door Aert van. Muers. Deze was te ’s-Hertogenbosch werkzaam in de jaren 1607-1635 8). Aan de bek hangt een klein kruisboogje, dat ook weer op een Sint Jorisgilde wijst. Het jaartal 1731, dat op een vleugelpen van de vogel is gegraveerd, is dus jonger dan de vogel zelf en kan het jaar van de fusie met het Sint-Sebastiaansgilde aanduiden. Aan de vogel hangen twee kleine gelijkvormige schildjes, vijf centimeter hoog, met de namen “ADRIAEN AELBERTS” en “PETER BERNEARTS”. Samen met de patroonsplaat en de vogel behoren zij wel tot het oudste koningszilver van een Sint-Jorisgilde. De vraag is, waar dit Sint-Jorisgilde gehuisvest was. Waarschijnlijk in Heukelom. Op de koningsschilden van de gefuseerde gilden staat in de jaren 1750-1789 altijd “Heukelom en Enschot”, dus Heukelom voorop. In de negentiende eeuw, 1814-1885, is de volgorde “Enschot en Heukelom”, terwijl in de twintigste eeuw, 1907-1989, bijna steeds alleen “Enschot” op de koningsschilden voorkomt. Vermeldingen in het zogenaamde Protocol van Oisterwijk doen vermoeden dat er rond 1600 al een schutterij was in Enschot en/of Heukelom. We lezen daar namelijk toponiemen als Schutsheike, Schuttersboom en Schuttersroede 9). Zo wordt melding gemaakt van de verkoop van een stuk land in 1592 te Enschot aan de schuttersboom en in 1612 aan het schuttersheijke. Deze benamingen kunnen duiden op het bestaan van een of meerdere schutsbomen. Het gilde van St. Sebastiaan komt voor het eerst voor op het oudste koningsschild van 1750, waarop hij alleen staat afgebeeld, evenals op het schild van 1824. Overigens blijft Sint Joris domineren. Hij wordt het meeste afgebeeld (1766, 1789, 1814, 1820, 1828, 1843 en 1859) en in de periode 1927-1956 en in 1964 is uitsluitend sprake van het Sint Joris-gilde; in 1931, 1939,1948 en 1956 werd volgens de schilden ook koning geschoten rond de feestdag van St. Joris op 23 april. Een zekere spanning tussen de twee verschillende schutspatronen is blijkbaar ook na de fusie (1731?) blijven bestaan.

Andere bijzonderheden over dit gilde zijn reeds elders beschreven 10)- Een laatste vraag is de herkomst van het gilde van St. Sebastiaan uit Enschot. Zonder eigen vogel en patroonsplaat zijn deze gildebroeders in 1750 ineens aanwezig. Mijn vermoeden is, dat zij al lid waren van een ander Sint Sebastiaangilde en zich in 1731 uit Enschot hebben aangesloten bij het dichtbijgelegen gilde van Heukelom. Bij Jolles (II, p.172) is te vinden dat Berkel thans alleen vanaf 1860 een schuttersgilde St. Hubertus kent, maar dat het vroeger een parochie vormde met Udenhout. Daar kregen in 1605 de gildedekens Joost Willemsen van Berkel, Adriaen Wouters en Adriaen Joost Anthonissen van Udenhout en Berkel een nieuwe gildekaart ter vervanging van de oude “caert” uit 1548 voor de “schutterije van Udenhout en Berkel”, St. Anthonius en St. Sebastiaan. Dit gilde, dat thans nog te Udenhout als Sint-Sebastianusgilde bestaat, heeft behalve een oude vogel ook uit de periode vóór 1800 twee oude koningsschilden, uit 1682 en 1778 (“smit tot Berkel”). Zouden de gildebroeders van St. Sebastiaan uit het dorp Enschot bij Berkel niet om ons onbekende praktische redenen zijn overgegaan tot een fusie met het Sint-Jorisgilde uit het nabijgelegen Heukelom?

IMG_3139

Oudst bekende afbeelding van het moedervaandel met St. Sebastiaan (vermoedelijk 18e eeuw). Ingelijst fragment in de St. Caeciliakerk te Enschot.

Koningsschilden
Het oudst aanwezige koningsschild stamt uit 1750. De mondelinge overlevering wil dat de reden dat er bij dit gilde geen ouder koningsschild meer aanwezig is, gelegen is in het feit dat in de negentiende eeuw de oudste koningsschilden zijn verkocht omdat het gilde toentertijd in financiële moeilijkheden zou zijn geraakt. Meer is hierover echter helaas niet bekend.

1750
HENDRICK IANSE KUYPERS KONINK VAN ST. IORIS EN ST. BASTIAEN GILD VAN HEUKELOM EN ENSCHOT ANNO 1750. Afb. “St. Sebastiaen”, aan een boom gebonden, beschoten door twee handboogschutters. Boer achter ploeg met paard. Merk: geen.

1758
ARIAEN GYSBERT VAN DEN BOER KONINK VAN ST. IORIS EN ST. SEBASTIAEN GILD VAN HEUKELOM EN ENSCHOT Ao 1758. Afb. “St. Sebastiaen”, aan een boom gebonden, beschoten door twee handboogschutters. St. Joris te paard doodt de draak. Boer achter ploeg met twee paarden. Merk: VM (= Adam van Mierlo, ‘s-Hertogenbosch, vanaf 1745).

1766
PEETER MATIJS SEGERS KONING VAN ST. IORIS EN S. SEBASTIAAN GILD VAN HEUKELOM EN ENSCHOT Ao 1766. Afb. St. Joris te paard doodt de draak. Boer met ploeg achter twee paarden. Merk: onduidelijk, waarschijnlijk hetzelfde als 1758.

1789
JAN VERHOEVEN KONINK VAN ST. JORIS EN ST. BASTIAANS GILD VAN HEUKELOM EN ENSCHOT. Afb. St. Joris te paard doodt draak. Boer achter ploeg met twee paarden. Merk: geen.

1814
Jan Vugs Kooning van St. Joris & St. Bastiaans Gilden van Enschot en Heukelom. Afb. St. Joris en de draak. Drie pijprokende en drinkende gildebroeders bij hun gildelokaal. Merk: geen. Gelet op onder andere op de afbeelding zou hier sprake kunnen zijn van de latere burgemeester Jan Vugs (1788-1857). Hij was van 1825 tot zijn dood burgemeester van Berkel-Enschot en had tevens een tapperij. In 1842 brandde zijn huis af, waarbij ook een deel van het dorpsarchief, dat bij hem thuis bewaard werd, verloren ging.

1820
ARNOLDUS IAN STORIMANS KONING VAN ST. IORIS & ST. BASTIAANS GILDEN VAN ENSCHOT EN HEUKELOM. Afb. St. Joris met de draak. Boer achter ploeg met twee paarden. Merken: leeuwtje 2. Omdat het schild aan boven- en onderzijde is gesnoeid, zijn de andere merken verdwenen. Het gilde telde blijkbaar voorname lieden onder zijn leden want deze Arnoldus Storimans (1761-1841) was in 1811 Maire van Berkel-Enschot geworden (een functie die te vergelijken is met burgemeester). Na de Franse tijd veranderde zijn titel eerst in schout-civil en later in burgemeester, doch deze functie, die hij tot 1825 bekleedde veranderde in wezen niet.

1824

PETER BREKELMANS KONING VAN ST. SEBASTIAAN EN ST. JORIS GILDE TE ENSCHOT IN ‘T JAAR 1824. Afb. St. Sebastiaan. Boer achter ploeg en paard. Schild met genopte rand. Merken: leeuwtje 2, kopje K, jaarletter R (= 1826) en meesterteken IGP (= J.G. Panhuijzen, Tilburg)

1828
WILHELMUS BROEKMANS KONING VAN ST. IORIS EN ST. BASTIAANS GILDEN VAN ENSCHOT EN HEUKELOM. Afb. St. Joris en de draak. Kuiper in zijn werkplaats. Schild met genopte rand. Merken: leeuwtje 2, kopje K, jaarletter V (= 1830) en IGP (zie 1824).

1839
PETRUS BROEKMANS KONING VAN ST. IORIS EN ST. BASTIAANS GILDE VAN ENSCHOT EN HEUKELOM. Afb. Kuiper in zijn werkplaats. Schild met genopte rand. Merken: leeuwtje 2, kopje K en jaarletter G (= 1841).

1843
ANDERIES JAN STORIMANS WOONACHTIG TE HELVOORT, KONING VAN ST. BASTIAANS ST. JORIS GILDEN VAN ENSCHOT EN HEUKELOM. Afb. Sint Joris steekt de draak. Schutter met hoge hoed bij de schutsboom met een kleine jongen die een kruisboog spant. Merken: leeuwtje 2, kopje K, jaarletter L ( = 1845), LD 43 (= J.L. Donkers, ‘s-Hertogenbosch).

1859
NORBERT DEKKERS WOONACHTIG TE ENSCHOT, GILDE VAN ST. SEBASTIAAN EN ST. JORIS TE ENSCHOT EN HEUKELOM. Afb. St. Joris doodt de draak. Boer met karploeg en paard. Twee staande leeuwen die tussen zich in een halfrond plaatje met de tekst “koning” vasthouden. Hun staarten van draad zijn op het schild gesoldeerd. Schild met parelrand. Merken: geen.

1881
Johannus van Rijswijk Koning van St. Sebastiaans en St. Joris Gilde van Enschot en Heukelom. Afb. Vendelier en schutter met kruisboog aan weerszijden van de schutsboom met de vogel. Schild met genopte rand. Merken: leeuwtje 2, kopje K, jaarletter x (= 1882) en HH 82 (= Hemelbach, Oisterwijk en ‘s-Hertogenbosch).

1885
P. V.D. PAS Koning van St. Sebastiaans en St. Joris Gilde van Enschot en Heukelom. Afb. Bij een huis schiet een geweerschutter op de vogel op de schutsboom. Schild met genopte rand. Merk: geen.

1898
J. VAN ZON Koning van St. Joris en St. Bastiaan Gild Huikelom en Enschot. Schild met parelrand en losse kroon. Afb. geen. Merk: geen.

1907
Jan Bombay ENSCHOT KONING St. Joris en Sebastiaan. Afb. geen. Merken: I (= inlands zilver) en P3VB (= P. van Boxtel, Breda).

1920
PETRUS CORNELUS VAN OPSTAL WOONACHTIG TE TILBURG KONING VAN ST. JORIS EN ST. BASTIAAN GILDE TE ENSCHOT. Afb. Lokomotief met kolenwagen. Schild met parelrand. Merken: geen. Dit schild verkeerde in zeer slechts staat en daarom is er in 1967 een replica gemaakt:

1920
PETRUS CORNELUS VAN OPSTAL WOONACHTIG TE TILBURG KONING VAN ST. JORIS EN ST. SEBASTIAAN TE ENSCHOT. Afb. Lokomotief met kolenwagen. Merken: leeuwtje II, kopje K, jaarletter h (= 1967) en JH 14 (= Heeren, Tilburg).

1927
A. v. SPAANDONK KONING VAN ST. JORIS ENSCHOT. Afb. Muurtje van baksteen. Merk: geen.

1931
A. SCHOONINGS KONING ST. JORIS GILDE ENSCHOT 12-4-‘31. Afb. geen. Schild met genopte rand. Merk: geen.

1935
A. PIJNAPPELS KONING VAN ST. JORIS ENSCHOT. Afb. Geweerschutter schiet op de vogel op de schutsboom bij een huisje. Schild met genopte rand. Merken: bij doorboring is er een verdwenen; het ander is zeer onduidelijk en misschien dG (= C. de Gier, ‘sHertogenbosch).

1939
C. COPPELMANS KONING GILDE ST. JORIS ENSCHOT 23-4-39 Afb. Lokomotief met kolenwagen. Merken: leeuwtje 2, kopje K, jaarletter E (= 1939) en J4P (= J.L. Pennings, ‘s-Hertogenbosch).

1948
M. van Loon GILDE ST. JORIS KONING 23-4-48 ENSCHOT. Afb. Kerk en bouwvakker bij een bakstenen muurtje. Merken: leeuwtje 2, kopje K, jaarletter O (= 1949) en J4P (zie 1939).

1952
C. COPPELMANS KONING V. GILDE ST. JORIS ENSCHOT. Afb. Geweerschutter bij de schutsboom met de vogel. Merken: leeuwtje 2, kopje K, jaarletter R (= 1952) en J4P (zie 1939).

1956
A. MICHIELS KONING GILDE ST. JORIS ENSCHOT 22-4-56. Afb. geen. Merken: leeuwtje II, kopje K, jaarletter W (= 1956) en JH 14 (zie 1920).

1960
J. VAN WEERT KONING GILDE ST. JORIS EN ST. SEBASTIAAN ENSCHOT 21-6. Afb. Lokomotief. Merken: leeuwtje II, kopje K, jaarletter a (= 1960) en JH 14 (zie 1920).

1964
J. van Spaandonk Koning van St. Joris Enschot en Heukelom. Afb. Metselaarshamer en troffel. Merken: leeuwtje II, kopje K, jaarletter g ( = 1966) en JH 14 (zie 1920).

1968
J.M. BOMBAY KONING GESCHOTEN GILDE ST. JORIS EN ST. SEBASTIAAN BERKEL-ENSCHOT. Afb. Leeuwekop. Merken: leeuwtje II, kopje K, jaarletter k (= 1970) en JH 14 (zie 1920).

1970
P. v.d. Ven Koning Gilde St. Joris St. Sebastiaan 1970-1974. Afb. geen. Merken: leeuwtje, kopje K, jaarletter b (= 1961) en H V (= Van Hout Ververgaard, Eindhoven).

1978

  1. V. SPAANDONK KONING 1978-1982 Schuttersgilde St. Joris en St. Sebastiaan Enschot. Afb. Twee gekruiste voorwerpen met handvat, een slagersmes en een wetstaal. Merken: leeuwtje II, kopje K, jaarletter p (= 1975) en JH 14 (= Jos Heeren, Tilburg).

1982
René Kuiper Koning St. Joris en Sebastiaan Enschot. Afb. Woonhuis met garage. Merken: leeuwtje II, kopje K, jaarletter x (= 1982) en JH 14 (zie 1978).

1986
P. v.d. Ven Koning van Gilde St. Joris St. Sebastiaan Enschot (1986-1990). Afb. Paardekop en twee melkkannen. Merken: leeuwtje II, kopje K, jaarletter W (= 1981) en BS (= B. Surtel, Berkel-Enschot).

1989

  1. Daems Koning van Gilde St. Joris en St. Sebastiaan Enschot. Afb. Twee boomzagers bezig met een stellingzaag. Merken: leeuwtje, kopje K, jaarletter E (= 1989) en G o B (= G. Brekelmans, Tilburg).

Naast al dit koningszilver heeft het gilde ook nog een oude en fraaie hoofdmanspiek weten te bewaren. Deze gouden staf, voorzien van een ijzeren houder, een koperen piek en twee kwastjes, rood en wit, is voorzien van namen van voormalige hoofdlieden. Jolles (1,53) noemt alleen zes jaartallen, maar geen namen. Op de piek zijn de beide schutspatronen gegraveerd, St. Joris met de draak aan de ene zijde en St. Sebastiaan, aan een boom gebonden en beschoten, aan de andere. De oudste naam is (met opzet?) bijna uitgewist, maar nog leesbaar. We lezen daar:

1826 I. V. RYZEWYK

1836 I. V. HUKELOM; de letters van deze naam zijn alle omgeven door sierlijke krulletjes.
1850 A. van Rijzewijk
1854 C. VAN RYZEWYK
1868 P. DENISSEN
1881 N. DEKKERS
I. STORIMANS waar mogelijk het wat los aandeze zijde in de nabijheid van deze naam ingegraveerde jaartal 1886 bij hoort.
1919 P. V. OPSTAL

Verantwoording:
1. Camps, H.P.H., Oorkondenboek van Noord-Brabant tot 1312, l De Meijerij van ‘s-Hertogenbosch, ‘s-Gravenhage 1979, nr. 110.
2. Camps, nr. 63, bevestigd in 1186 (nr. 79), 1233 (nr. 164) en 1256 (nr. 265).
3. Juten, G.C.A., Consilium de Beke, Bergen op Zoom z.j., p.270.
4. Camps, nr. 80.
5. Enklaar, D.Th., Gemeene gronden in Noord Brabant in de Middeleeuwen, Utrecht 1941, p.121. Gemeentearchief Berke\-Enschot, Archief der dorpen Berkel, Enschot en Heukelom, 1579-1813, inv.nr.227.
6. Vijfhonderd jaar Noordbrabantse schuttersgilden, Cataloog tentoonstelling Eindhoven 1977-1978, p. 14 en 19.
7. Zie 6, p. 14.
8. Zie 6, p. 19.
9. Rijksarchief Noord-Brabant, Oisterwijk
R.292,51-1597 aen Schuttersboom, Enschot
R.287,24-1592 omtrent Schuttersboom, Enschot, grond uit de Haarense gemeint
R.596,42v-1781 omtrent de Schutsboom, Enschot
R.297,63-1602 aen Schuttersboom (de Poirte), Enschot
R.309,23v-1615 huys aen Schuttersboom, Enschot
R.320,111-1626 aen Schuttersboom, Enschot
R.327,53-1633 aen Schuttersboom, Enschot
R.294,65v-1599 aen Schuttersroede (in de gemeint van Haaren), Enschot
R.291,32-1596 omtrent Schuttersroede bij een stede de Poirt aan de Kerckwech
R.289,28-1594 omtrent Schuttersroede bij een stede de Poirt aan de Kerckwech
R.301,69-1607 aen Schuttersroede, Haarense gemeint, Enschot
R.322,48-1628 omtrent de Schuttersroede (de poirte), Haarense gemeint, Enschot
R.300,59-1606 aen Schutsheike (den bijgaert), Heukelom
R.300,66-1606 aen de gemeijnt Schutsheijken, Heukelom omtrent Enschot
R.301,42v-1607 aen ’t Schutsheijken (gr. bijgaert), Heukelom
R.301,42v-1607 aen ’t Schutskeijken (cl. bijgaert), Heukelom
R.302,75v-1608 aen ’t Schuttersheijken aan de heirbane, Enschot
R.303-lv-1609 Schutsheijken (bij ’t wertvenne), Enschot
R.303,99-1609 Schutsheijken Heukelom omtrent Enschot
R.305,26v-1611 aen Schuttersheijken, Enschot
R.306,35-1612 aen Schuttersheijken, Enschot
R.306-65-1612 aen Schuttersheijken (den grooten acker), Enschot
R.307,23v-1613 aen Schuttersheijken (den hoenderend), Enschot
R.314,61-1620 aen Schuttersheijken (heiveld, nu wei), Enschot
R.315,24v-1621 aen Schuttersheijken (Custersacker), Enschot
R.316,17v-1622 Schuttersheijken, Heukelom
R.316,19-1622 Schuttersheijken, Heukelom
R.316,18-1622 aen Schuttersheijken (den garsthof), Enschot
R.320,66-1626 aen Schuttersheijken (de een ende omtrent het werdtvenne), Enschot
R.321,77-1627 aen Schuttersheijken (de Porte), Enschot
R.322,40v-1628 omtrent Schuttersheijken ter plaatse van den een eijck (den clerckenacker), Enschot
R.323,41v-1629 gemeynte Schuttersheijke in den bijgaert, Heukelom
R.324,115-1630 aen Schuttersheijken aen den strate, Enschot.
De opgave van deze vindplaatsen in het Protocol van Oisterwijk is ontleend aan de onderzoeks- en indiceringsresultaten
van wijlen Ferdinand Smulders.
10. Jolles, J.A., De Schuttersgilden en Schutterijen van Noord-Brabant, Arnhem 1974, deel I, p. 51-53; deel II, p. 172. Gilden Kring Maasland 1935-1985, p. 92-93.

De foto’s van het gildezilver komen uit de collectie van het gilde St. Joris en St. Sebastiaan. De andere foto komt uit de collectie van R. van der Loo.

(bron: De Kleine Meijerij 1991 jaargang 42 blz. 46)